De Derde Persoon was een kunstinitiatief van Jop Horst en Esther de Vries.
Het reageren op elkaars werk op hetzelfde doek kost onderzoek en vereist respect voor elkaars kunnen. Het werk wordt gewisseld zodat de ander erop door kan gaan totdat beiden beslissen dat het af is of niet..
Onder: Jop Horst en Esther de Vries in atelier

boven: atelier Kerkstraat Hengelo
onder: expositie Takelruimte in Enschede 2012


Onder: Esther en Jop in atelier aan de Kerkstraat in Hengelo

Het werk in de atelierboerderij aan de IJsbaanweg is experimenteler dan de andere derde persoon portretten die gemaakt werden aan de Kerkstraat in Hengelo. Ook hier is het zoeken naar een vorm. Door het maken van structuur wordt geprobeerd de platheid te doorbreken. Gebruikt worden verfresten, afvalverf in blikken en potten, opgehaald van een afvalverwerkingsbedrijf.
Opname in 2009 in een atelierboerderij aan de IJsbaanweg in Hengelo:
Innerlijke portretten zo worden ze genoemd. De geschilderde portretten van Esther de Vries en Jop Horst. Twee totaal verschillende type kunstenaars. Wat een ander een perfect portret vindt werd voor Esther de Vries steeds meer verstarring, voelde ze zich steeds meer opgesloten binnen de grenzen van de wensen van het publiek. Daarom schildert ze samen met Jop Horst die als geen ander materialen tot speeltuig kan laten leven.
Want hóe laat je die lijn los, die daar toch hoort, bij de neus, de lippen. Gewoon een kleur er dwars doorheen, vegen, strijken en niet denken, ó maar dat is fout, want niets is fout.
En gek, een foute lijn of veeg gaat ergens heen, een richting, een portret met een rare, een droevige, een gemene, een spottende, een lelijke of een gullachende smoel. De derde persoon ontstaat, de persoon die op de rand van een tafel zit, vervaagt en weer verschijnt en arrogant zijn nagels vijlt, of onuitstaanbaar charmant een haarlok naar achteren strijkt.
En steeds is er het gevaar van sturen, herhalen, veiligheid, als je iets doet volgens een maniertje, als je bang bent kapot te maken wat ontstaat. Zodat soms ruwweg over een portret heen wordt geschilderd. Dan verdwijnt een mooi maniertjesportret achter nieuwe streken. Grof, onverbiddelijk, het moet ruwer, puurder, echter. En net zolang wordt er overheen geschilderd, terwijl de man op de rand van de tafel achteloos zijn dunne sigaretten rookt en kijkt, tot het er is, een derde persoon. Hij blaast met getuite lippen rook, verwarring, mist en onduidelijkheid, hij eist compromisloos gezwoeg.
tekst: Diana de Vries